vrijdag 27 september 2013

Hotel 2

Manlief is al lang weer terug. Hij heeft leuke dagen gehad. Eindelijk weer een leuk project, met een lange looptijd en voldoende geld. In deze tijd is dat niet zo vanzelfsprekend, dus elke opdracht is fijn. En dit is ook nog eens een leuke opdracht.
Manlief vertelt er enthousiast over, bij thuiskomst. De ene na de de andere vakterm vliegt me om de oren, er is sprake van regelmatig een paar dagen naar wat andere landen. Ik vind het leuk om hem zo te zien. Ik wacht tot hij begint over wat daar mee samenhangt, een paar dagen weg zijn, open internet hebben, onbeperkt tv op je kamer, andere vrouwen met wie hij gaat samenwerken en die triggers kunnen zijn voor zijn verslaving.

Ik heb me zijn opmerking dat ik vaak te snel er over begin, goed in mijn oren geknoopt. Ik wacht een paar dagen. Ik merk frustratie bij mezelf, maar ik beheers mezelf. Ik wil hem die kans geven en hem dat ook op zijn manier laten doen.
Dat duurt zo'n twee dagen. Manlief is wat neerslachtig, stil en erg afwezig. Ik baal er van. Er komen in het weekend vrienden logeren en ik wil het voor die tijd uitgesproken hebben. Ik maak me geen zorgen, gek genoeg. Ik vertrouw erop dat het goed is gegaan. Maar het doet pijn dat hij er toch niet over begint, terwijl hij weet hoe belangrijk het voor mij is.

Als we even samen zijn, begin ik er toch over. Voorzichtig. Een beetje aftastend. Ik vertel hem dat ik al een paar dagen wacht op hem. Op zijn ervaring met het alleen van huis zijn met al die lastige prikkels om je heen. En dat ik er zo van baal dat hij er niet over begint. Manlief kaatst eerst een beetje de bal terug. Hij had het zo druk, er was geen tijd, er kwam steeds iets tussen. Dat is in mijn beleving niet waar, want hij had tijd genoeg om over dat project te vertellen.
Bovendien, als het goed gegaan is, dan hoeven we er toch niet zoveel woorden aan vuil te maken. Goed is goed. Het gaat meer om het open zijn. Delen met elkaar, zodat er weer vertrouwen opgebouwd wordt tussen ons en we weer een stevige basis met elkaar krijgen. Ik spreek mijn teleurstelling uit. Ik wil het niet opblazen, maar dat niet delen, dat hij niet ziet hoe belangrijk het voor mij is dat hij open is, dat doet zo'n pijn! In het verleden ging het op dat punt mis. Niet open zijn betekende dat hij p.orno keek en ontrouw was. Voor mij is het niet open zijn bedreigend. Waar zit je, waar ben je, wat is er?

Manlief zegt het moeilijk te vinden om erover te beginnen. Hij is zo enthousiast over zijn werk, dat hij er van baalt het weer over moeilijke issues te hebben. Dat bederft dan zijn plezier, zijn optimisme. Ik zeg hem dat als het goed is gegaan, dat toch juist een opsteker is, die juist aan zijn plezier toevoegt! Dit kan ik! Het is me gelukt! En dat kunnen we dan samen vieren!
Manlief snapt dat wel en zegt ermee te worstelen om open te kunnen zijn. Het is al een oud, veelbesproken thema tussen ons. Als het hier over gaat, word ik al snel ongeduldig, boos en kan ik weinig verdragen. Het gaat al jaren over dat open zijn en dat manlief dat zo graag wil. Maar verder dan dit punt komt hij niet. Terwijl ik wel steeds weer hoop heb. Nieuwe kansen zie die we dan ook bespreken en waarin manlief zich 1000x voorneemt om open te zijn. Maar het gebeurt niet!! In ieder geval niet vanuit zichzelf. Er moet vrijwel altijd actie van mij uitgaan. Ik word er zo moe van. Het put me uit. Ook vraag ik me steeds vaker af of dat er wel in zit. Dat open zijn, wat ik zo belangrijk vind. En of ik dat niet te veel wil en me er gewoon maar bij neer moet leggen dat dit is hoe hij is. Ik probeer dat, maar het maakt veel in me los. Verdriet, pijn, boosheid, wanhoop, rouw over wat is geweest en wat misschien niet meer komen gaat.

Een goede vriendin met wie ik dit bespreek vraagt zich af of het niet aan de antidepressiva ligt die manlief nog heeft. Dat hij meer in zijn eigen wereld zit en minder of niet aan mij denkt. Of zich in kan leven hoe het voor mij is, want dat mis ik ook zo vaak. Er gloort hoop in mij. Ja, denk ik, natuurlijk! Tegelijkertijd voel ik me leeg. Natuurlijk ligt het aan iets anders dan manlief zelf. Steeds heb ik weer hoop en steeds word ik teleurgesteld.
Ik ben boos op mezelf. Boos omdat ik zoveel eis van manlief, zo slecht tevreden kan zijn, zo moeilijk kan relativeren op dit gebied. Ik vind mezelf kinderachtig, ik vind dat ik op te veel slakken zout leg. Geen wonder dat hij niet open is. Ik kan amper blij zijn dat het goed gegaan is. Maar soms lijkt het wel of dat open zijn, of eerlijk zijn, belangrijker is dan me ontrouw zijn op s.eksueel gebied. Daar kan ik wel mee dealen op de één of andere manier. Maar dat schimmige, niet duidelijk zijn, niet open zijn, dat maakt me kapot. Het is een zeer langzaam helende wond, die steeds weer een beetje open rijt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten